Reactie 1 e informatieronde 2010 Gouda Positief  pagina  7 De term “overige winnaars” had zoals aangegeven  beter met “echte winnaars” verwoord kunnen worden. Wa t wij als Gouda Positief hierbij missen  is de erkenning dat de grote opkomst van Trots in Gouda in belangrijke mate een gevolg is van de  problematiek op  het gebied van veiligheid in het algemeen, en  van  de criminaliteit van Marokkaanse jongeren in het bijzonder. De informateur had de uit te nodigen partijen voor de formatie minimaal kunnen oproepen om veel meer werk te maken van de veilighe idsproblematiek in Gouda. Trots heeft een “wethouder veiligheidszaken” voorgesteld; wij hebben begrepen dat de VVD ook in deze richting denkt.  D e informateur  heeft bij zijn toelichting op zijn rapport  aangegeven dat hij, vanuit zijn eigen burgemeesterserva ring, ontraadt om  dit te doen in relatie tot het functioneren van de burgemeester . Dat had naar onze mening voor hem geen argument mogen zijn (gezien zijn opdracht, en gezien de ernst  van de veiligheidsproblematiek die Gouda nu al lange tijd treft). Het on derzoeken van  alternatieve aansturing op veiligheidsgebied is ech t een constructieve aanbeveling . Wij  als Gouda Positief hadde n overigens voorgesteld om een Stadss enator voor veiligheid aan te stellen, iemand van het kaliber van bijvoorbeeld de heer Nordho lt, die Gouda echt  zou kunnen helpen bij het verbeteren van deze zeer ernstige problemen op het gebied  van onze veiligheid. Voor Gouda Positief geldt dat de partij programmatisch en qua grondhouding  goed zou kunnen aansluiten bij potentiële coalitiekandid aten, maar dat het  nagestreefde bestuursmodel voor deze partij zo zwaarwegend is dat niet kan  worden afgezien van het in belangrijke mate invoeren van dit model. Dat laatste  wordt door nagenoeg alle partijen als niet realistisch ervaren. Dit neemt niet weg dat aspecten van het gepresenteerde model de moeite van het bestuderen  waard zijn. Het standpunt van Gouda Positief in deze biedt echter naar mijn mening onvoldoende basis voor deelname aan het formatieproces; Nagenoeg alle partijen ervaren ons model  kla arblijkelijk als niet realistisch. Dat ons model wordt gehanteerd in bijna alle vormen van organisaties waarin professioneel  bestuurd wordt (denk aan ziekenhuizen, die een patiëntenraad hebben voor de  inhoudelijke discussie en een Raad van Toezicht voor he t bestuurlijke toezicht;  s cholengemeenschappen die werken met een ouderraad voor inhoudelijke gesprekken  namens scholieren en een College van Toezicht voor het bestuurlijk e toezicht; bedrijven  die werken met een ondernemingsraad namens het personeel en een Raad van  Commissarissen voor het bestuurlijk e toezicht) is kennelijk nog niet doorgedrongen. A deze organisaties zouden dan een besturingsmodel hebben dat “onrealistisch” zou zijn.